28 april 2022
Nothing can harm you as much
as your own thoughts
unguarded.
~ Buddha ~
Jody Foster.
Tom Hanks.
Maya Angelou.
Albert Einstein.
Cheryl Sandberg.
Wat hebben al deze mensen gemeen?
Ze lijden aan het imposter syndroom.
Ook wel genoemd: het ‘help ik kan elk moment door de mand vallen’ syndroom.
Of het ‘ik doe dit al 10 jaar en ze kunnen elk moment ontdekken dat ik me hier doorheen fake’ syndroom.
Of het ‘ik heb een Oscar gewonnen voor The Accused en ik ben bang dat ze elk moment aan mijn deur kunnen staan om te zeggen dat het een vergissing was’ syndroom. (in het geval van Jody Foster)
Of het ‘ik geef een workshop en wanneer gaat er iemand zien dat ik dit eigenlijk helemaal niet kan’ syndroom.
Ja, al die beroemdheden hebben daar nog regelmatig last van. Zelfs Albert Einstein, die zei ‘I feel compelled to think of myself as an involuntary swindler.’ (Ik voel me gedwongen mezelf te zien als een onvrijwillige oplichter.)
Je bent dus in goed gezelschap.
Maar hoe komt dat nu toch, dat zovelen onder ons last hebben van het imposter syndroom? Hoe komt het dat zovelen onder ons die zo competent zijn in wat ze doen het gevoel hebben dat ze elk moment door de mand kunnen vallen?
Er zijn een aantal oorzaken van deze denkfout. (Want dat is het: het is een denkfout, een manier waarop ons brein ons voor de gek houdt.)
Oorzaak 1. We vergelijken onze eigen binnenkant met andermans buitenkant.
We zien bij een ander de zelfzekerheid, wat er goed gaat, de behaalde resultaten.
En bij onszelf? Daar zien we de worstelingen, de onzekerheden, we herinneren ons alle fouten die we ooit gemaakt hebben, we onthouden elke keer dat we, letterlijk of figuurlijk, gevallen zijn.
Da’s natuurlijk funest voor het zelfvertrouwen.
Het is gewoon een oneerlijke vergelijking.
Oorzaak 2. Het Dunning Kruger effect
Hoe beter je in iets bent, hoe competenter je jezelf inschat.
Toch???
Nope, constateerden Dunning en Kruger.
Als we een beetje van een bepaald vakgebied kennen, als we iets een beetje beginnen te leren, dàn overschatten we onszelf. We staan op Mount Stupid.
Als we beter worden, meer leren, ons verdiepen in een vakgebied, dan worden we onzekerder.We zien de complexiteit van de dingen. Problemen die op Mount Stupid eenvoudig leken krijgen nu meer diepgang, wit-zwart wordt ontelbare tinten grijs, ‘het is zo dat’ verandert in ‘tja, dat is niet zo simpel’. Het ambetante is dat we dan juist méér weten, maar daar veel minder zeker van zijn. Zo voelt dat in de Valley of Despair.
Het is belangrijk om hier inzicht in te hebben en te weten waar jij je op de curve bevindt. Het heeft namelijk geen zin om je te vergelijken met iemand die zich bovenop Mount Stupid bevindt en dan te zeggen ‘ik ken er niks van, ik zou er beter mee stoppen en al mijn werk aan die persoon daar boven op de top overlaten’.
Oorzaak 3. Fixed mindset.
Je hebt geleerd (het is er waarschijnlijk in gedramd, door je ouders, de school en de rest van de maatschappij) dat je goed bent in iets of niet. Alles of niks. Wit of zwart. Je bent slim of je bent het niet. Je bent sportief of je bent het niet. Je hebt een wiskundeknobbel of je hebt die niet. Je bent een geboren ondernemer of je bent het niet.
En dus proberen we heel de tijd het beeld dat we hebben van onszelf en vooral ook het beeld dan anderen van ons hebben te beschermen. Want voor ons brein gebeurt er een ramp als iemand ontdekt dat jij helemaal niet zo slim of zo competent bent.
Ons brein probeert ons gevangen te houden in de ‘help ik kan elk moment door de mand vallen’ mindset. En ergens is dat nog begrijpelijk ook.
Want, denkt ons brein, dan zijn we tenminste voorbereid.
Als er dan kritiek komt, dan staan we al schrap.
Als er een klant ontevreden is, dan raakt dat ons minder omdat we onze eigen strengste criticus al waren.
Awel, ik heb heel lang ook zo gedacht.
Ook in relaties bijvoorbeeld.
Ik werd me er op een bepaald moment van bewust dat ik eigenlijk dacht: “elke dag kom ik een dag dichter bij het einde van mijn relatie.”
En die gedachte was er om me er op voor te bereiden dat mijn partner op een dag zou zeggen ‘awel ik ben der mee weg’.
Ik dacht: ‘dan zie ik het aankomen en dan schrik ik niet zo.’
Maar het tegendeel is waar.
Als we ons continu schrap zetten, verliezen we daardoor enorm veel energie. In plaats van mee te bewegen als Van Riet in de wind (:-P ) zetten we ons schrap en knakken we.
Daarom pleit ik voor andere definities.
Een andere definitie van expert zijn bijvoorbeeld.
Dat expert zijn totaal niet betekent ‘ik weet alles, ik kan alles’ (= Mount Stupid) maar ‘ik weet het nog niet, ik ga het onderzoeken, hm, interessante vraag, wow, zo complex, I love it’.
Een andere definitie van zelfvertrouwen ook.
Dat zelfvertrouwen niet betekent ‘ik heb er vertrouwen in dat ik alles kan’.
Maar dat zelfvertrouwen betekent: ik kan vallen, ik durf vallen. Want ik ervaar dat ik terug recht kan krabbelen, telkens opnieuw.
En natuurlijk ook een andere manier om naar leren te kijken, zoals Carol Dweck ons leerde in haar groeimindset.
Dat het niet gaat om kunnen of niet kunnen, maar om het ontwikkelen van een potentieel. Zonder inspanning zal je nooit iets leren. Je potentieel is iets dat er in aanleg is, niks zwart wit, maar iets dat groeit, door te leren, door moeite te doen.
Maureen McCann zei: ‘My guess is there’s no real ‘fix’ for imposter syndrome but to bravely challenge it on a regular basis until you begin to feel it less and less and it slowly fades away.’
Daar sluit ik me volledig bij aan, en dat is ook wat ik zelf ervaar.
Juist door in je bedrijf, in je pionierschap, het leren en het niet weten te omarmen en daar ook je klanten in mee te nemen, kan je ontspannen. In wat je weet, in wat je (nog) niet weet, in wat je leert en in wat je doet.
Dan kan je de schoonheid van het imposter syndroom omarmen: de drive die het ons geeft om te leren, beter te worden, kwaliteit te leveren, zonder ten onder te gaan aan de stress en het perfectionisme.
Laat ons daarin een voorbeeld zijn voor elkaar.
Ann
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
x